De dynamische vragenmodules van ConsultAssistent in de praktijk
Hoe krijgt een arts laagdrempelig de juiste informatie over de gezondheidsklachten en situatie van de patiënt zodat arts en patiënt samen de juiste behandelkeuzes kunnen maken? En hoe zorg je ervoor dat je met lage administratieve lasten de juiste informatie verzamelt om waardegedreven de zorg te verbeteren?
Met deze vraagstukken als uitgangspunt heeft ConsultAssistent ‘dynamische vragenmodules’ ontwikkeld. Hoe deze modules werken, kunnen we het beste toelichten met een praktijkvoorbeeld (een animatie van dit praktijkvoorbeeld vind je hier: KNO praktijkvoorbeeld):
“Peter is een man van 35 jaar. Hij is een aantal jaar geleden vanuit de UK verhuisd naar Nederland. Zijn Nederlands is nog niet zo goed. Peter heeft een afspraak bij de huisarts omdat hij al een langere tijd duizelig is. De huisarts verwijst Peter vanwege zijn duizeligheidsklachten door naar de KNO-arts. Het ziekenhuis ontvangt de verwijzing, met verwijsbrief, en maakt een afspraak voor Peter met dokter Van Houten.
Peter wordt een aantal dagen voor de afspraak met Van Houten automatisch uitgenodigd voor een KNO auto-anamnese van ConsultAssistent. Het automatisch uitnodigen is mogelijk omdat ConsultAssistent gekoppeld is aan het EPD, op basis van kenmerken zoals afspraakcode en specialisme wordt bepaald waarvoor een patiënt uitgenodigd moet worden. ConsultAssistent is ook geïntegreerd met de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) van Peter. Zo krijgt Peter meteen een notificatie in zijn PGO dat er een uitnodigingen voor een voorbereiding op de poli-afspraak voor hem klaar staat.
Via de link in deze uitnodiging opent hij de auto-anamnese en beantwoordt Peter thuis op zijn gemak in ConsultAssistent vragen over zijn gezondheidsklachten en zorgvraag. Hij stelt de taal in op Engels en geeft in ConsultAssistent aan dat hij naast duizeligheid inmiddels ook last heeft van hoofdpijn. De auto-anamnese vragenmodule stelt aan Peter alleen de anamnese vragen (in het Engels) die relevant zijn bij de combinatie van duizeligheid en hoofdpijn. Peter geeft aan de laatste tijd wat somber te zijn en krijgt daarom automatisch de HADS (Hospital Anxiety and Depression Scale) vragenlijst. Hierop scoort hij onder de grens voor vermoeden op angst en depressiestoornis.
Uit de antwoorden van Peter blijkt dat hij last heeft van vier kenmerken die horen bij de diagnose PPPD (persisterende positionele perceptie duizeligheid). PPPD is een relatief recente diagnose waardoor dit nog wel eens gemist kan worden. Peter krijgt daarom ook de gevalideerde NPQ vragenlijst[1]. Dit is een vragenlijst specifiek voor diagnose en uitkomstmeting van PPPD. Hij scoort hierop boven de grenswaarde op alle drie de PPPD subdomeinen.
In de auto-anamnese meldt Peter ook dat er 4 jaar geleden een MRI-scan van zijn hoofd is gemaakt in een ander ziekenhuis. Hij geeft in ConsultAssistent toestemming dat dit andere ziekenhuis de resultaten van het MRI onderzoek deelt met de KNO-arts. De poli wordt geïnformeerd over de toestemming van Peter en kan direct een toestemmingbrief downloaden.
Twee dagen later komt Peter naar het ziekenhuis voor zijn afspraak. Van tevoren bekijkt dokter Van Houten in minder dan een halve minuut het auto-anamnese verslag van Peter dat in het EPD staat. Dit verslag is in het Nederlands, is overzichtelijk en in korte medische termen.
Het valt Van Houten direct op dat Peter last heeft van vier kenmerken die horen bij PPPD en ook hoog scoort op de NPQ. Tijdens het consult vraagt dokter Van Houten door op Peter’s auto-anamnese. Na aanvullend onderzoek concludeert ze dat de meest waarschijnlijke diagnose PPPD is. De hoofdpijn wordt veroorzaakt door de zorgen die Peter zich maakt over zijn duizeligheid. Van Houten vult de auto-anamnese in Peter’s dossier aan met haar eigen bevindingen en conclusies. Doordat Van Houten gerichtere vragen kon stellen en minder tijd nodig had voor verslaglegging is er meer tijd om te spreken over Peter’s behandeling en prognose.
Omdat Peter zijn auto-anamnese geen aanleiding gaf voor een vermoeden op een angst en/of depressiestoornis en dit ook niet blijkt uit het gesprek, besluiten Van Houten en Peter om alleen vestibulaire revalidatie als behandeling in te zetten. Zonder aanvullende antidepressiva. Peter wordt doorverwezen naar de fysiotherapeut in het ziekenhuis en er wordt een vervolgafspraak ingepland bij dokter Van Houten over vier maanden.
Een volledig overzicht van alle vragen en antwoorden, en het beknopte verslag voor de arts, komen ook in PDF/A formaat in de PGO. Waardoor het ziekenhuis voldoet aan module 2 van VIPP5. Ook zijn de elementen uit de auto-anamnese waarvoor ZorgInformatieBouwstenen (ZIBS) beschikbaar zijn, als ZIBS beschikbaar gemaakt voor het EPD.
Een week later heeft Peter zijn eerste afspraak bij de fysiotherapeut. Vooraf krijgt Peter weer een uitnodiging van ConsultAssistent in zijn PGO. Peter beantwoordt (weer in het Engels) vragen relevant voor vestibulaire revalidatie. Een deel van de vragen overlapt met de vragen die Peter eerder in de auto-anamnese voor KNO beantwoordde. Peter hoeft deze vragen niet opnieuw te beantwoorden omdat er maar een paar weken zit tussen de twee invulmomenten. De eerdere antwoorden worden hergebruikt en Peter kan deze aanpassen als hij wil. De fysiotherapeut start met de behandeling en deze verloopt voorspoedig. Gedurende de revalidatiebehandeling monitort de fysiotherapeut met behulp van ConsultAssistent het door Peter ervaren verloop van zijn behandeling.
Vier maanden later is er de controle afspraak bij dokter Van Houten. Peter ontvangt ter voorbereiding vooraf een nieuwe uitnodiging in zijn PGO. In de follow-up vragenmodule beantwoordt hij vragen over hoe het nu gaat met zijn duizeligheid en hoofdpijnklachten. Peter meldt dat de duizeligheid grotendeels is verdwenen en de hoofdpijn helemaal weg is. Omdat Peter eerder boven de drempelwaarde van de NPQ scoorde, is de NPQ weer onderdeel van de vragen. Ook hier scoort hij niet meer boven de drempelwaarde. Dokter Van Houten ontvangt na de respons van Peter een melding van ConsultAssistent dat Peter nauwelijks last meer heeft van de klachten. Ze bekijkt het follow-up verslag in het EPD en besluit dat Peter niet naar het ziekenhuis hoeft te komen voor de controle afspraak. Ze vraagt een polimedewerker om in overleg met Peter de afspraak om te zetten naar een telefonische afspraak.
Een paar dagen later heeft Peter de telefonische afspraak met dokter Van Houten. Hij vertelt dat hij zich nu “much better” voelt, de duizeligheid goed onder controle heeft en dat hij erg blij is met de telefonisch afspraak. Naast dat dit hem een ritje naar het ziekenhuis scheelt, hoefde hij daardoor deze ochtend ook niet vrij te nemen van werk.
Dokter van Houten is erg geïnteresseerd geraakt in PPPD en willen meer onderzoek doen naar betere PPPD diagnostisering. Naast Peter gebruikte op de poli KNO van dit ziekenhuis in hetzelfde jaar nog ruim 4.000 andere patiënten ConsultAssistent, waarvan er 350 ook duizeligheidsklachten hadden en toestemming hebben geven voor het gebruik van hun gepseudonimiseerde gegevens voor onderzoek. Naast de patiënten van dit ziekenhuis zijn er in diverse andere ziekenhuizen duizenden andere patiënten met duizeligheidsklachten waarvan er relevante data beschikbaar is. Dokter Van Houten besluit om samen met een AIOS onderzoek te doen en heeft hiervoor een fantastische database tot haar beschikking”.
In dit praktijkvoorbeeld hebben we laten zien hoe de dynamische vragenmodules van ConsultAssistent arts en patiënt tijdens het gehele zorgtraject ondersteunen. De arts beschikt met ConsultAssistent op het juiste moment over de juiste informatie van de patiënt om effectief een diagnose te kunnen stellen en de behandelresultaten te monitoren. De patiënt is beter voorbereid door vooraf al over de relevante vragen na te denken. Ook is er automatisch beslisondersteuning die helpt bij het realiseren van de juiste zorg op de juiste plaats. En dit alles volledig automatisch.
De uitkomstinformatie van alle patiënten wordt samen met de context uit de auto anamnese als onderdeel van de behandeling gestructureerd verzameld. Deze informatie is niet alleen waardevol voor het bepalen van de beste behandeling voor de individuele patiënt maar is ook essentieel om de zorg in algemene zin te verbeteren. Zo kan de daadwerkelijke meerwaarde van uitkomstmetingen optimaal worden benut zonder dat de registratielasten oplopen.
[1] Yagi C, Morita Y, Kitazawa M, et al. A Validated Questionnaire to Assess the Severity of Persistent Postural-Perceptual Dizziness (PPPD): The Niigata PPPD Questionnaire (NPQ). Otol Neurotol. 2019;40(7):e747-e752